Freek nam ons mee naar ‘medialand, wat is dat eigenlijk?’. En waar maken ouders vooral gebruik van?? Aan de vooravond van de verkiezingen zien we dat media meer dan ooit een enorme rol spelen; de selfies zijn gratis promotiemateriaal, het spreekt de kiezer directer aan en ook jongeren zijn meer betrokken bij de verkiezingen.
Freek benoemt sociale media voor kinderen eigenlijk als ‘het Wilde Westen’; er zijn geen grenzen, het is wetteloos. Als burger heb je de beschikking over allerlei informatie via allerlei kanalen wat het soms complex maakt. De hele wereld is via muisklikken beschikbaar. De toekomst lijkt onbegrensd; robots, virtual reality, zelfsturende auto’s….we kunnen nu nog niet bedenken hoe het er straks uit zal zien. We moeten leren hoe we ons verhouden ten opzichte van die media, er geen slaaf van worden, maar vrije omgang ermee hebben, autonomie, het de baas zijn. Hoe kunnen kinderen bijvoorbeeld nepnieuws onderscheiden als wij dat zelf al niet kunnen….? Ook spelen er allerlei belangen van anderen mee waar we vaak geen weet van hebben, die er b.v. belang bij hebben dat je op een site of onderwerp zo lang mogelijk blijft ‘hangen’. Ook met b.v. een filterbubbel krijg je vooral informatie binnen die past bij de informatie die je gebruikt. Hierdoor zou het kunnen zijn dat je eigen denkwereld steeds meer beperkt wordt omdat je geen informatie meer te zien krijgt die je standpunt tegenspreekt.
Vanaf 9 jaar wordt doorgaans de interesse voor sociale media steeds groter. De invloed die je ervoor hebt als ouder is enorm, maar hierna steeds minder.
Freek vergelijkt sociale media aan de hand van twee metaforen:
Als sociale media gebruikt wordt als het eerste dan gaat het om het stimuleren. Wordt het meer gebruikt als het tweede, dan zou je het juist moeten begrenzen. De vraag hierbij is ook wat jouw kind doet met media en andersom. Het ene kind reageert er anders op, gaat er anders mee om dan het andere kind, er zijn grote individuele verschillen. De context waarin het kind zich bevindt is hierbij van groot belang. En hier ligt dan ook een belangrijke taak voor de ouders.
Het leereffect van gebruik van sociale media is steeds beter onderzocht door hersenwetenschappers. Het leereffect blijkt een stuk meer gering dan aanvankelijk werd gedacht. Voor effectief leren is meer multi-zintuigelijk leren nodig. Leren via een tablet levert veel minder nieuwe verbindingen op in het brein dan werd aangenomen. Ook de kwaliteit van b.v. een app maakt veel uit. Dat een app 2 miljoen keer gedownload is zegt niets over de kwaliteit. Er zijn veel apps die claimen goed te zijn, maar het toch niet zijn. Het vergt meer zoeken naar goede apps in een heel hoog aanbod.
We denken vaak dat we kunnen multitasken, maar dit blijken we helemaal niet te kunnen! Ons brein geeft ons de illusie dat we meerdere dingen tegelijkertijd kunnen volgen, maar feitelijk kunnen we dat met ons denken helemaal niet. Juist voor het ontwikkelen van creatieve ideeën blijkt het belangrijk dat je je langere tijd op 1 ding kan focussen.
Elke keer dat we een ‘like’ krijgen, krijgen we een ‘shotje dopamine’ in het brein wat ons een goed gevoel geeft. Dit kan vergeleken worden met verslavingsgedrag, een zogenaamde ‘digital high’. We kunnen gewend raken aan bepaalde hoeveelheden dopamine in het brein. Er zijn vaak hele professionele teams achter de schermen bezig die ervoor zorgen dat de gebruiken bij bepaalde sites / apps / onderwerpen terecht komt, die een soort ‘oorlog om aandacht’ voeren. Facebook bijvoorbeeld zet ook dingen in om de aandacht langer vast te houden; filmpjes worden nu vanzelf afgespeeld en ook het geluid gaat nu vanzelf. Voor kinderen is het heel belangrijk om te leren dat ze dit zelf kunnen reguleren, dat ze zichzelf hierin kunnen beheersen. En dat ze leren te reflecteren op hun eigen mediagebruik.
Oftewel: leer kinderen omgaan met digitale middelen als gereedschap voor eigen welzijn en ontwikkeling en dat van anderen.
Ouders blijken verschillend om te gaan met digitale middelen, b.v. scherm-tijd. Dat is ook afhankelijk van jezelf als ouder en van je kind. Een positieve kant is ook dat via digitale middelen meer mensen bereikt worden die voorheen niet werden bereikt, wat in b.v. hulpverlening juist heel goed kan zijn. Maar ook kunnen digitale middelen een leuke aanvulling zijn op contact. Het kan heel gezellig zijn om gezamenlijk iets te doen met media, vergelijk het met vroeger een spelletje op het schoolplein. Er zijn natuurlijk veel 1 op1 spelletjes, maar ook veel om samen te doen. Als ouders is het belangrijk op het goede voorbeeld te geven, te laten zien wat je doet met media. Dat je een onderscheid maakt tussen spelletjes, recepten opzoeken, nieuws lezen, een reis boeken, bankzaken regelen e.d. ,de meer ‘volwassenen’ zaken.
Tips voor ‘apps’:
Zoals b.v.: scratch junior, minimoviemaker, zoek het uit van Klokhuis, Letterschool, Cinekid Applab