De school geeft onderwijs volgens de principes van Maria Montessori. Ruim 100 jaar geleden heeft zij een methode ontwikkeld die in de eerste instantie bedoeld was voor achterstandskinderen. Haar overtuigingen zijn echter op ieder kind van toepassing en nu nog steeds actueel en passend bij de verwachtingen die we vandaag de dag hebben voor onze kinderen. Op onze school kijken we als volgt naar haar visie.
Een kind wil ‘groot’ worden. Maar de samenleving is ingewikkeld. Onze school helpt de kinderen hier zicht op te krijgen. Het onderwijs leert hen te kiezen, biedt kennis en vaardigheden aan, waardoor het kind die gaat verkennen. Het kind wil ook los komen van afhankelijkheid en steeds zelfstandiger worden.
Vrijheid om te ontdekken en dingen zelf te doen
Dat proces van ‘groot’ worden moet het kind zelf doen. Daarom is het belangrijk dat het kind de vrijheid krijgt om zijn omgeving te ontdekken en de dingen zelf te doen die het ook kan, op school en daarbuiten. Vandaar dat het klaslokaal voortdurend nieuwe uitdagingen biedt. Daardoor is de kans groot dat het kind zijn aangeboren nieuwsgierigheid behoudt. De kinderen krijgen in het montessorionderwijs veel vrijheid om in dat lokaal hun werk te kiezen of in te delen. De leerkracht let er op, dat die keuze in de juiste verhouding staat tot de mogelijkheden (talenten en beperkingen) van het kind. Er zitten veel regels vast aan die vrijheid die erop gericht zijn het samen leren en leven in de groep mogelijk te maken. Net als later in de samenleving: vrijheid in gebondenheid.
Montessori materiaal
In het montessorionderwijs neemt het materiaal waarmee de kinderen leren, een belangrijke plaats in. Het ziet er aantrekkelijk uit en nodigt uit tot handelen. Met concreet en symbolisch materiaal wordt het inzicht bevorderd in moeilijke en abstracte begrippen. Het nodigt uit zoveel mogelijk zintuigen te gebruiken. Veel materiaal is zelfcorrigerend, zodat de leerlingen zonder inmenging van de leerkracht hun ‘fouten‘ kunnen ontdekken.
Zelfstandig werken
In de midden- en bovenbouw begint het materiaal langzamerhand plaats te maken voor een ‘gewone‘ manier van omgaan met de lesstof, waarbij we gebruik maken van een aantal methodes. Voorwaarde voor de gebruikte methodes is dat kinderen daarmee zelfstandig moeten kunnen werken. De individuele manier van werken biedt de leerkracht de mogelijkheid om ieder kind op zijn of haar manier en niveau te begeleiden. In het montessorionderwijs creëert de leerkracht een klimaat waarin ieder kind zo goed mogelijk kan gedijen.